Monday, November 13, 2006

Misdaad in het flatgebouw

We hebben het van horen vertellen, maar er werd al verschillende keren ingebroken in ons gebouw. Dieven kwamen van over de daken en braken in langs de brandladders. Grote stukken zullen ze op die manier wel niet kunnen verslepen hebben, maar ik kan me voorstellen dat er bij sommige buren juwelen en geld te vinden waren. De voordeur is de hele dag open maar voor de binnendeur heb je een sleutel nodig. Langs die weg lijkt het onwaarschijnlijk dat er iemand ongewenst het gebouw zou binnenkomen. Toch is er gisteren iemand in de fietsenkelder geweest en heeft er alle kinderfietsenbanden plat gestoken. Gestoken dan nog, met een mes of met een scherp voorwerp. Alleen de banden van mijn fiets waren nog intact.
De vijf fietsen van onze onderburen en het fietsje van het jongetje op het hoogste waren duidelijk met opzet onklaar gemaakt.
Wie doet nu zoiets?
Ik ben er de hele nacht mee bezig geweest en ik droomde ervan. Zelfs als het een vreemd iemand was, wat heb je er aan om banden stuk te steken? En waarom mijn fiets niet, maar wel alle anderen?
Iedereen die ik tot nu sprak, denkt dat het een medebewoner was. Waarom zou iemand anders de moeite doen om binnen te breken enkel en alleen om banden kapot te snijden? Maar als ik verder vraag, wil niemand iemand aanwijzen.
Tot mijn schande moet ik bekennen dat ik zelf meteen iemand verdacht. Ik ben met een smoes gaan aanbellen en mijn vermoeden verdween als sneeuw voor de zon want de verontwaardiging bij de betrokkene leek me oprecht.
Ik ben al een paar keer het lijstje van onze buren afgelopen maar bij elke naam schud ik mijn hoofd. De twee getroffen families vallen er zeker uit. En alle anderen lijken al even onwaarschijnlijk. Hoewel… als ik ze me allemaal één voor één voor de geest haal, zie ik plots dat het ook maar mensen zijn. En als ik mijn fantasie even de vrije loop laat, kan ik me iedereen, van groot naar klein met een mes in de hand voorstellen. Op hun gezichten zie ik een grimmig masker terwijl ze het lemmet in de banden ploffen. Zelfs de dame in de rolstoel, de dokter, de kunstenaar, de aardige werkman en de kinderen zelf ontsnappen niet aan mijn verbeelding. En ook de buren die er nooit zijn, of maar de helft van de tijd en de man die vanmorgen met een grote koffer van heel ver leek te komen. En zelf waren we er gisteren ook niet. Tot mijn schrik besef ik dat ik verdachte nummer één moet zijn. Mijn fiets was immers nog heel.
Ik vrees dat we er nooit achter zullen komen. Kon ik Poirot maar even laten opdraven. Maar zelfs de politie kan hier waarschijnlijk weinig aan doen. Ik zie ons al één voor één onze vingerafdrukken moeten geven …

No comments: